Wanneer een dierbare overlijdt, kan het troost bieden om op een mooie en persoonlijke manier afscheid te nemen. Tijdens de uitvaart halen we herinneringen op of spelen we muziek. Vaak vindt er na de dienst een koffietafel plaats of worden de assen uitgestrooid op een speciale plek. Op die manier worden onze dierbaren traditioneel gevierd, maar er zijn tal van andere uitvaartrituelen die cultureel bepaald zijn. We nemen je graag mee in enkele tradities over de continenten heen.
Volgens de Chinese traditie worden de meeste mensen begraven in plaats van gecremeerd. Er gaat een bijzonder uitvaartritueel aan vooraf, waarbij de nabestaanden nepgeld (ook wel geestengeld genoemd) verbranden. Dit geld staat voor rijkdom dat de overledene wordt toegewenst in het hiernamaals.
Waar de ene cultuur haar overledenen begraaft, houdt het Hindoeïsme vast aan crematie. Volgens hun geloof keert het lichaam op deze manier het snelst terug naar de ‘bron’. Crematie is hier dan ook een cruciale stap in de cyclus van het leven: geboorte, dood en wedergeboorte.
Binnen het Hindoeïsme bestaat het geloof dat bij crematie het lichaam wordt teruggegeven aan de elementen van de natuur. Er komt een heus ritueel bij kijken, waarbij de nabestaanden bloemblaadjes, kruiden en geparfumeerd water over het lichaam strooien om vervolgens de kist te sluiten en te verbranden. De verbranding gebeurt vaak op een speciale plaats, zoals aan de oever van een rivier, om er één te worden met de natuur en vrij te zijn.
Binnen de Islam is het leven na de dood net zo belangrijk als het leven op aarde. De eeuwige grafrust is een essentieel onderdeel van hun geloofsovertuiging en relatie tot Allah. Ze hebben veel rituelen die strikt worden nageleefd. Van crematie is in de Islamitische cultuur nooit sprake: overledenen worden steeds begraven en dit zo snel mogelijk na het overlijden. Het hoofd van de overledene wordt gericht naar Mekka en het lichaam wordt eerst ritueel gewassen.
Oudere generaties kiezen er vaak voor om gerepatrieerd te worden, zodat ze begraven kunnen worden in hun land van herkomst. De laatste rustplaats wordt met het grootste respect behandeld. Zo uiten moslims hun waardering voor zij die hen zijn voorgegaan.
In het Jodendom wordt de dood gezien als een natuurlijk onderdeel van het leven. Het geloof in een hiernamaals speelt hierin een centrale rol en biedt troost en hoop aan de nabestaanden. Om de ziel zo snel mogelijk rust te geven, worden Joodse mensen binnen de 24 uur na het overlijden begraven. Net zoals in de Islamitische cultuur wordt het lichaam eerst gewassen en vervolgens omhuld in witte doeken (tahara).
Joodse uitvaarten zijn over het algemeen sober en eenvoudig. Er worden geen bloemen gelegd en geen muziek gespeeld. Ze houden zich aan het gezegde uit de Thora: ‘Met lege handen komt men op de wereld en met lege handen verlaat men de aarde ook weer.’
Na de begrafenis volgt een periode van 7 dagen rouw, de sjiva, waar de nabestaanden condoleances krijgen en samenkomen met familie en vrienden. Vaak wordt er een herdenkingskaars (de ner zikkaron) aangestoken die het eeuwige licht van de ziel symboliseert.
Wereldwijd benadert elke cultuur het laatste afscheid met haar eigen tradities. Wat deze gebruiken gemeen hebben, is dat ze een respectvol en persoonlijk eerbetoon brengen aan wie ons heeft verlaten.