2 jaar geleden overleed de zus van Tanja na een strijd van 6 maanden tegen kanker. De zussen vatten de laatste levensfase aan om tijd in te halen en de banden aan te smeden, want close waren ze voordien nooit geweest. “Ik heb niet getwijfeld om mijn zus op te bellen zodra ik hoorde dat ze ziek was”, zegt Tanja. “Het was laat, maar niet te laat om weer dichterbij te komen en nog allerlei dingen samen te doen. Bijzondere activiteiten, zoals een weekend samen op retraite, maar vooral ook veel dagelijkse dingen: een wandelingetje in het park, of samen een trui gaan kopen. Eindelijk voelden we ons als echte zussen. Ik heb haar zelfs kunnen zeggen dat ik haar graag zie.”
Samen rouwen om wat komen gaat
In principe begint een rouwproces nadat er iemand gestorven is. Wanneer iemand terminaal ziek of palliatief is, zet zich dat vaak vroeger in. Rouw begint dan bij het besef van het nakende einde en om wat nooit meer zal zijn.
Dat heeft ook Tanja zo ervaren. “Mijn zus en ik hadden vroeger dan wel geen hechte band, maar haar terminale ziekte heeft ons onmiddellijk dicht bij elkaar gebracht. En ook meteen startte mijn rouwproces om wat ik weer zo snel zou moeten afgeven. Het was ook heel bijzonder dat we die rouw samen hebben beleefd. Dat maakte ons samenzijn heel intensief.”
Voorbereiden en praten helpt
De 6 maanden met haar zus waren voor Tanja niet alleen een tijd van samen zijn en rouw, maar ook van voorbereiding op het onvermijdelijke afscheid, samen met haar zus. Tanja: “Mijn zus wilde nog zoveel mogelijk regelen voor wanneer ze er niet meer zou zijn. Ze schreef brieven aan haar 2 kinderen die ze later zouden kunnen lezen, op bijzondere momenten. Ze zorgde voor psychologische ondersteuning voor hen tijdens de palliatieve periode en ze zorgde er ook voor dat die na haar overlijden zou verder gezet worden. Ze regelde tal van financiële en praktische zaken. En ze wilde ook dat alles rond haar eigen uitvaart georganiseerd was.”
Het treffen van die voorbereidingen hielp Tanja toen, maar ook nu nog, bij haar rouwproces. “Het hielp me om dingen voor haar te kunnen regelen. En het zorgde ook voor een zekere gemoedsrust. Zo wisten we ten minste dat we de dingen deden zoals zij ze wilde.”
Naast de voorbereidingen, waren het vooral de lange gesprekken met haar zus waar Tanja troost uit putte en waar ze nog steeds houvast aan heeft.
“We praatten over vroeger, onze relatie, ons gezin… maar we hebben vooral heel vaak over haar afscheid gepraat, en over de dood in het algemeen. Wat er na de dood zou komen, of ze mij een teken zou kunnen geven - we geloofden beiden van wel.”